Klimaatbestendige stad & regio

    Gidsmodel dekzand



    Inleiding

    Het dekzandlandschap is gevormd in de laatste ijstijd onder invloed van wind en smeltwater en bevindt zich voornamelijk in Oost en Zuid-Nederland. Karakteristiek is het lichte reliëf (0,5 tot 1,5m)van dekzandruggen en -laagten en slingerende beken. Er komen ook gebieden voor die vrijwel helemaal vlak zijn. De dorpen in dit landschap liggen vaak op de flank van hogere ruggen, grenzend aan een beekdal. Het dekzandlandschap is een zandlandschap, maar in de beekdalen treffen we naast zand ook leem, klei en veen aan. Bijzondere elementen zijn de essen: opgehoogde dekzandruggen door eeuwenlange bemesting met gras- of heideplaggen. In vlakke of geïsoleerde lage gebieden met ondoorlatende bodemlagen zoals keileem (dicht) kunnen veenmoerassen voorkomen. Hooggelegen droge dekzandruggen zijn vanaf de middeleeuwen door overbegrazingen betreding verstoven, waardoor in dit landschap uitgestrekte stuifzanden zijn ontstaan.
    Dekzandruggen zijn vanaf de prehistorie geschikt voor bewoning, waardoor deze gebieden een hoge archeologische verwachting hebben. Bekend zijn de hunebedden, grafheuvels, urnenvelden en nederzettingen

    • Via de tabs bovenaan de pagina bekijkt u verschillende gidsmodellen van de regio of stad


    Impressies van het landschapstype Dekzand